Cumulonimbus (Cb) – samengeklonterde regenwolken

Een wolk, ook wel cumulonimbus genoemd, is een wolk die wordt gevormd door condensatie van waterdamp. Hij wordt gevormd doordat de lucht wordt verwarmd door de zon en vervolgens opstijgt. Als de lucht afkoelt, condenseert de waterdamp en vormen zich waterdruppels. Cumulonimbus zijn regenwolken die erg gevaarlijk kunnen zijn.

Hoe herken je een cumulonimbuswolk?

Cumulonimbuswolken zijn de grootste en meest actieve wolken die aan de hemel te zien zijn. Ze zijn gemakkelijk te herkennen aan hun hoogte, vorm en kleur. Cumulonimbuswolken kunnen 10 tot 15 km hoog worden en hun vorm lijkt op een kegel of piramide. Ze zijn erg donker en hebben veel energie. Daarom zijn ze zo actief – ze kunnen de bron zijn van onweersbuien en andere weertypes. Als je een Cumulonimbuswolk wilt zien, is het de moeite waard om een vergrootglas of verrekijker te pakken. Zo kun je ze beter zien en hun grootte en vorm beter inschatten.

Hoe ontstaat een cumulonimbus?

Cumulonimbuswolken zijn wolkensoorten die een hoogte van meer dan 10 kilometer kunnen bereiken. Ze worden gevormd wanneer warme en vochtige lucht opstijgt. Hun toppen zijn onderhevig aan zeer sterke winden en er kunnen ook onweersbuien voorkomen. Cumulonimbuswolken zijn zeer indrukwekkend en vaak angstaanjagend om te zien. We associëren ze meestal met weersverschijnselen zoals regen, hagel of bliksem.

Het woord cumulonimbus komt van het Latijnse woord ‘cumulus’, wat ‘samenkomen’ betekent, en ‘nimbus’, wat ‘wolk’ betekent. Hoewel cumulonimbus erg gevaarlijk kan zijn, zijn ze fascinerend om te zien. Ze zijn niet alleen mooi, maar ook majestueus. Cumulonimbus beschermt onze planeet ook tegen de ultraviolette straling van de zon. Hierdoor kunnen we genieten van de schoonheid van de dag en veilig buiten blijven.

Cumulonimbus wolkensoorten

• Cumulonimbus calvus,
• Cumulonimbus capillatus.

Bijzondere vormen van regenwolken en de verschijnselen die bij deze wolken horen

• praecipitatio (pra) – neerslag,
• virga – (vir) neerslagpluim die het aardoppervlak niet bereikt,
• pannus (pan) – een scherf aan de basis van een wolk die neerslag geeft,
• incus (inc) – aambeeld (een kenmerk van een buienwolk die van een afstand zichtbaar is),
• mamma (mam) – regelmatige kleine uitstulpingen aan de basis van een wolk die op uiers lijken,
• pileus (pil) – een lensvormige wolk over het koepelvormige oppervlak van een convectieve wolk die op een kap lijkt,
• velum (vel) – sluier,
• arcus (arc) – scuddijk, een wolkendijk aan de basis van een naderende regenwolk; de passage ervan gaat gepaard met een scud,
• murus (mur) – plafondwolk, het zakken van de basis van een cumulonimbus in de zone van de stijgende stroming,
• cauda (cau) – de ‘staart’ van een plafondwolk,
• flumen (flm) – wolkenband die overgaat in een supercell,
• tuba (tub) – een tornado van lucht of water; zie tornado.